• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Bobby en Gio op benaderingspad

    De inlichtingendienst heeft in Utrecht een activist met een fysieke beperking met bloemen en geld proberen in te palmen als informant.

    Op 12 november 2019 werd er aangebeld bij de woning van Pieter in Utrecht. Voor de deur stond een man met een bos bloemen. Op de verpakking prijkte het logo van Bloomon. De man glunderde, alsof hij een goede daad aan het verrichten was. Pieter begreep het niet en vroeg de man drie keer of de bloemen wel voor hem bestemd waren. De man bevestigde dit en noemde mijn voornaam als bewijs.

    Aangezien Pieter zijn naam niet had genoemd en bij zijn bel geen voornaam op het bordje prijkt, vroeg hij zich af hoe de man wist dat hij de juiste deurbel had gebruikt. Want hoe wist hij waar Pieter woonde? Later vernam Pieter dat de man van de ‘inlichtingendienst’ een willekeurig persoon op straat had aangesproken om het briefje met de bloemen af te geven.

    Pieter nam de bos bloemen in ontvangst en sloot de voordeur. Hij bekeek het kaartje dat vast zat aan het geschenk. ‘Hoi Pieter, a.j.b. een bloemetje voor jou. Ik sta voor de Burger King nu. Kom daarheen dan zal ik uitleggen waarom. Gr.’ De boodschap eindigde met een smiley. Pieter voegde daaraan toe: ‘12.05 12-11- 2019 Inlichtingendienst ≠ AIVD (Midden-Nederland)’, een geheugensteuntje.

    Het restaurant

    Pieter, die een fysieke beperking heeft, reed vervolgens met zijn rolstoel via de parkeergarage richting de Burger King. Hij hield er rekening mee dat het hier een geintje betrof van zijn collega’s waarmee hij vrijwilligerswerk deed, of misschien mensen van de media die hem weer eens wilden spreken. Hij had al een paar keer eerder met de media gepraat over validisme, een term die gebezigd wordt voor discriminatie en marginalisatie van mensen met een functiebeperking.

    Ergens halverwege de rit hoorde Pieter iemand zijn naam roepen. Een man van eind twintig met kort donkerblond haar en baard in blauwe spijkerbroek en zwarte sportschoenen zonder sokken wapperde met een identiteitskaart waarop het logo van de politie vaag te zien was. Hij droeg een groot horloge met houten wijzerplaat en was breed gebouwd. Het ging zo snel dat Pieter vergat te vragen om de id-kaart nader te bestuderen en ook om de naam van de persoon te lezen.

    De man presenteerde zichzelf als Bobby van de inlichtingendienst en wilde met Pieter over het een en ander praten. Later heeft de man ontkend hij van de politie was. Gedurende het gesprek benadrukte hij meermaals dat hij voor een dienst werkte die los van de politie opereerde. Maar AIVD’er was hij ook niet. Hij had het over een inlichtingendienst uit Midden-Nederland, hij was nogal vaag daarover.

    De man stelde voor om naar het restaurant naast de Burger King te gaan zodat hij kon uitleggen waarom hij Pieter had benaderd. Pieter twijfelde maar zag geen mogelijkheid om nee te zeggen. Hij was natuurlijk ook nieuwsgierig want waar ging het om? Onderweg vroeg Pieter of hij het gesprek mocht opnemen omdat hij vaker had meegemaakt dat mensen hun woord niet na kwamen. Bobby antwoordde dat ze dat vanwege de aard van het gesprek liever niet hadden.

    ‘Italiaanse gangster’

    Terwijl ze naar het restaurant liepen, vroeg Pieter aan Bobby naar z’n accent. Hij kwam niet uit Utrecht, dat hoorde hij wel. Bobby antwoordde dat hij uit Apeldoorn kwam. In het restaurant volgde Pieter de man naar een van de tafels achterin het etablissement. De tafels rondom waren leeg en later het gehele restaurant.

    Aan tafel zat een collega van Bobby. Gio stelde zich voor en had net als Bobby een groot polshorloge om. Deze man had eerder het uiterlijk van een Italiaanse gangster: glad achterovergekamd haar, rond de vijfentwintig, minder gespierd, stoppels en casual gekleed. Ze zagen eruit als typische stillen in een demonstratie, iets te vol van zichzelf en ijdel, met kleding volgens de norm.

    Pieter vroeg of ze pen en papier beschikbaar voor hem hadden omdat hij zich dan beter kon concentreren. Ze hadden daar bezwaar tegen, Pieter mocht absoluut niks meenemen van het gesprek. Nadat Pieter voorstelde dat ze aan het eind van het gesprek zelf mochten bepalen welke delen van de aantekeningen hij mee zou nemen, stemden ze in en gaven hem een vel uit een notitieblokje en een pen.

    Bobby voerde het gesprek, Gio zei af en toe maar wat. Waarom ze Pieter hadden uitgenodigd voor een gesprek bleef vaag, maar het werd duidelijk dat ze hem probeerden te werven als informant. Ze wilden de namen weten van actievoerders en op de hoogte worden gebracht van toekomstige acties. Ze zeiden dat ze Pieter vaker hadden gezien bij acties en demonstraties. Pieter antwoordde dat hij niet meer wist van acties dan beschikbaar via openbare internetbronnen.

    Het duo onderstreepte dat Pieter vrijwillig deelnam aan het gesprek en elk moment weg kon gaan. Het leveren van informatie was een vrijblijvende zaak. Ze lieten verder los dat de dienst altijd de gegevens controleert met andere informatie en alleen handelen als er meerdere mensen hetzelfde verhaal vertellen. Ook vertelden ze dat Pieter te allen tijde kon stoppen met het aanleveren van informatie. Niks moest, benadrukten ze een paar keer.

    Amicaal

    Het leek erop dat ze in alles geïnteresseerd waren, maar benoemden geen specifieke doelgroep. Ze wijdden uitgebreid uit over het helpen van elkaar, alsof Pieter hun maatje was. Hij moest hen enkel informatie leveren over komende acties en zij zouden er dan zorg voor dragen dat die in goede banen zouden worden geleid en de politie niet vroegtijdig zou ingrijpen. Maar zodra Pieter een activist zou aanwijzen die volgens hem te ver ging, dan zouden ze daar wat aan doen.

    Bobby probeerde amicaal over te komen, alsof Pieter en hij inmiddels goede vrienden waren. Na wat gegeten te hebben, zeiden ze dat Pieter over een paar dagen gebeld zou worden met de vraag of hij voor ze wilde werken. Er zou ook een financiële vergoeding tegenover staan. Pieter antwoordde dat dat niet handig was in verband met zijn uitkering. Bobby antwoordde dat het voor Pieter geen problemen zou opleveren omdat hij contant uitbetaald zou krijgen.

    Bloemen, een persoonlijk bezoek, een bezoek aan een restaurant en in de toekomst ook nog vergoedingen, Pieter verbaasde zich erover. Waarom juist hij werd benaderd bleef onduidelijk. Hij was weliswaar enthousiast betrokken bij acties, maar geen organisator. Zo nam hij in april 2019 deel aan een actie bij de Engie energiecentrale in Rotterdam, georganiseerd door ‘Wij stoppen Steenkool’. In Amsterdam deed hij mee aan een demonstratie en in Utrecht bij acties van AFA en een protest tegen de ontruiming van een kraakpand.

    De politie reageert bij acties waaraan Pieter deelneemt merkwaardig op diens aanwezigheid omdat hij in een rolstoel zit. Ze zien hem als een kwetsbaar persoon, niet handelingsbekwaam, dus wordt Pieter altijd veel netter behandeld dan de andere actievoerders. Omdat Pieter wellicht naïef overkomt, een beetje een dromer, dachten Bobby en Gio kennelijk dat hij eenvoudig over te halen was om informant te worden.

    Pieter zei hen dat hij niet de juiste persoon was om informant te worden. Hij wist immers niet meer dan wat hij las op internetsites als Squatnet, Indymedia en Kafka. Tevens voegde hij eraan toe dat hij slechtziend is, mensen lang niet altijd herkent, al lukt dat met een beetje context vaak wel. Bobby en Gio wisten van zijn beperking af omdat ze hem in een televisieprogramma hadden gezien.

    Bobby vroeg Pieter of hij wel wat over mensen kon vertellen als zij hem een naam en foto’s gaven. Pieter antwoordde dat hij dat niet wist, maar dat hij personen die hij vaker ziet wel herkent. Bobby dacht dat Pieter vast bruikbare informatie voor de dienst zou hebben omdat hij vaker deelneemt aan demonstraties en acties. Ze zouden dan niet met foto’s werken, maar met namen en dan hoefde Pieter alleen maar in te vullen wat hij over die mensen wist.

    Ook zei Bobby dat Pieter ook acties van links mocht verklappen die te extreem zouden zijn. Zij zouden die dan in de kiem smoren. Volgens hen zou extreem-rechts geen reden hebben om geweld te gebruiken tegen minderheden. Pieter volgde die redenering niet zo goed. Wat bedoelden ze daarmee? Volgens Bobby zou extreem-rechts vooral uit hooligans bestaan, onschuldig en misschien wat splintergroepen zoals de NVU.

    Extreem-rechts

    Na de nodige omhalen zeiden ze dat ze eigenlijk informatie wilden ontvangen over acties die gepland staan tegen extreem-rechts. Zij wilden weet hebben van die acties om die te voorkomen. Dus om acties van links te voorkomen, vroeg Pieter? Ja, inderdaad. Pieter wilde weten of dit soms te maken had met de aanval van extreem-rechts bij een vergadering van Kick Out Zwarte Piet (KOZP) van vrijdag 8 november 2019, daags voor het gesprek. Ze ontkenden dat.

    Aan het eind van het gesprek vroegen ze op welk telefoonnummer Pieter te bereiken was. Ze noteerden het nummer op de achterzijde van het aantekenvel van Pieter en vouwden het dubbel. Het leek wel een oplichterstruc want vervolgens namen ze het papiertje mee. Het ging erg sneaky en snel, voordat Pieter het doorhad. Ze wilden blijkbaar niet dat er iets van het gesprek werd vastgelegd. Dat onderstreepten ze nog eens door te zeggen dat ik met niemand over de ontmoeting mocht praten.

    By the way, hij zou de bloemen trouwens aan een vriend geven, zei Pieter nog. Dat was een verrassing voor ze. En wat zeg je tegen die vriend als hij vraagt waar ze vandaag komen? Ach, dumpster diving, antwoordde Pieter. De mannen onderstreepten wederom dat hij met niemand over de ontmoeting mocht praten, niet met zijn schoonzus noch zijn woonbegeleider. Pieter zou die mensen maar opzadelen met een geheim, alsof het heel belangrijk was wat ze hadden besproken.

    Na deze benadering heeft Pieter niet alleen met mensen gesproken, maar ook alles wat hij zich ervan kon herinneren een verhaal geschreven. Ondertussen hebben ze hem drie keer gebeld. De eerste keer nam hij op om naar de hoogte van de bijdrage te vragen waar hij geen antwoord op kreeg. Pieter wees het aanbod om informant te worden af.

    Bobby en Gio op benaderingspad (pdf)

    Gehele Observant #74 / januari 2020 STASI NL – Benaderingen in 2019 (pdf)

    Inhoudsopgave Observant #74 / januari 2020 STASI NL – Benaderingen in 2019