Enne, uhm, en misschien ‘s even een keertje af te spreken.
Ja ik vind het best joh.
Vandaag deed de Hoge Raad uitspraak in de zaak van Heleen de Waal. Zij en haar partner waren beschuldigd en veroordeeld door het Hof van het lekken van informatie van de AIVD naar de Telegraaf in 2009. De Hoge Raad volgt inhoudelijke het Hof en geeft slechts aftrek van drie maanden in verband met de lange duur van de zaak. Wie de precieze gang van zaken nog eens wil terug luisteren, kan terecht bij Argos, de uitzending van 20 september 2014.
Twee aspecten blijven bijzonder aan deze zaak: de bewijsvoering, die grotendeels steunt op eigen onderzoek van de AIVD en het feit dat door het afluisteren van een journalist van de Telegraaf de bronbescherming een flinke knauw kreeg. De journalist werd overigens niet vervolgd.
In beide punten schaart de Hoge Raad zich inhoudelijke achter de uitspraak van het Hof. In gewone mensentaal komt die uitspraak er op neer dat informatie van de AIVD gebruikt mag worden zolang fundamentele rechten van een verdachte niet geschonden worden. En dat is in dit geval niet aan de hand, aldus de Hoge Raad. De taps zijn controleerbaar en vormen samen met ander materiaal voldoende bewijs.
Het recht op bronbescherming krijgt wel een bijzondere invulling bij de Hoge Raad. De journalist kan er een beroep op doen (ze is dus ook niet vervolgd). De rechtbank had in eerste instantie geredeneerd dat de afgeluisterde dus niet gebruikt mochten als bewijsmateriaal. Het waren de zogenaamde ‘ verboden vruchten’ van onrechtmatig handelen ten aanzien van de journalist.
De Hoge Raad oordeelt dat er geen sprake is van een inperking van het recht op vrije meningsuiting van Heleen de Waal, gezien de bijzondere beperkingen ten aanzien van geheimhouding die voor haar golden bij de AIVD. Ook ziet de Hoge Raad geen ‘bijzondere omstandigheden’ waarmee ze de schending van haar geheimhoudingsplicht zou kunnen rechtvaardigen. Met andere woorden, de gelekte documenten (over de rol van de AIVD tav Irak en de beveiliging van de Dalai Lama) openbaren geen misstand.
Of de rechtsgang hiermee eindigt is nog maar de vraag, want een gang naar het Europese Hof ligt voor de hand. De bescherming van klokkenluiders wil daar nog wel eens beter uitvallen dan in Nederland zelf.