• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • ‘De AIVD infiltreert meer dan ons lief is’

    Geertje Hulzebos, Het Parool 6 december 2020

    Je bent activist en dan staat opeens de ­inlichtingendienst voor je deur. Geertje Hulzebos is het overkomen en vraagt de overheid om te stoppen met de intimidatie en het schenden van haar privacy.

    De laatste weken heeft Het ­Parool geschreven over het ­leger dat ‘enorme hoeveel­heden data verzamelt’ van organisaties als Viruswaarheid en Jensen, zonder dat het daartoe bevoegd was. Vorige week zaterdag stond in deze krant dat de Kamer opheldering eist bij minister Bijleveld; er wordt nu een onderzoek gestart of Defensie zich wel aan de privacy­regels heeft gehouden. Tot die tijd wordt de ­informatieverzameling stilgelegd.

    De overheid infiltreert – naast terroristische organisaties – niet alleen bewegingen die het wantrouwen in de wetenschap voeden en ­desinformatie verspreiden. Vorig jaar zomer riepen diverse klimaatactivisten de inlichtingendiensten op te stoppen met hun ‘intimiderende bezoekjes’ om infiltranten te ronselen. Zij zijn georganiseerd in prodemocratische en vreedzame bewegingen, die een rechtvaardige en duurzame wereld nastreven. De activisten werden thuis en op weg naar werk opgezocht, waar zij onder druk werden gezet met zinnen als ‘we weten wie je bent’ en ‘veel plezier morgen’: ben je niet bereid mee te werken, dan kan dat consequenties hebben, zo was de boodschap.

    Het is te hopen dat de minister het onderzoek naar de privacyregels serieus neemt, want uit eigen ervaring weet ik dat de inlichtingendiensten geen gehoor hebben gegeven aan de ­oproep van klimaatactivisten.

    Dit voorjaar heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) het jaarrapport ­uitgebracht over zijn werkzaamheden in 2019. In het rapport schrijft de AIVD onder meer dat de dienst Nederland beschermt tegen actoren ‘die de nationale veiligheid kunnen beschadigen’ door heimelijke bemoeienis ‘met de politieke gang van zaken in Nederland’ en ‘beïnvloedings­operaties’.

    Hoewel onze democratische rechtsstaat gebaat is bij deze bescherming, wordt hij door de AIVD ook ondermijnd. Bepaalde middelen die de AIVD inzet tegen terroristen, zoals het rekruteren en inzetten van informanten en infiltranten, worden namelijk ook gebruikt tegen democratisch gezinde activisten. Een paar maanden terug heeft de inlichtingendienst mij ongewenst benaderd en gevraagd voor hen te werken met het oog op mijn activiteiten in het student- en klimaatactivisme.

    Twee rechercheurs in burger zochten mij thuis op zonder kenbaar te maken wie zij waren en waarvoor zij kwamen. Wel werd snel duidelijk hoeveel zij van mij wisten. Mijn Twitter- en Facebookaccount waren uitvoerig bestudeerd, maar de twee mannen hadden ook informatie over mij die zij alleen bemachtigd konden hebben via camerabeelden. Er werd op verschillende manieren druk op mij uitgeoefend om met de inlichtingendienst in zee te gaan. Zo werden protesten waaraan ik had meegedaan gecriminaliseerd, kreeg ik een bijzondere status toe­gekend met het oog op het verschaffen van ­informatie (waaronder namen van medeactivisten) en werden er manipulatieve gesprekstechnieken ingezet om mij te intimideren en onder druk te zetten.

    Het inspelen op loyaliteitsgevoelens, het doorbladeren van lectuur op tafel en betasten van persoonlijke eigendommen zijn hier slechts drie voorbeelden van. Hun doel was niet alleen om informatie in te winnen over acties, maar ook om deze te voorkomen. De mannen drongen erop aan dat ik ‘radicalen’ zou aan­wijzen en bezettingsplannen zou doorgeven. Het zou hen helpen om te bepalen ‘hoeveel ­pelotons’ er nodig zijn om de ‘openbare orde’ te bewaken bij een studentendemonstratie.

     

    Vriend en vijand

    Hoewel ik direct aangaf niet te willen meewerken en niet gediend was van dit bezoek, bleven de mannen mij verleiden met dure lunches en andere beloften. Ik heb hun diverse keren gevraagd weg te gaan, maar pas na een uur vertrokken zij uit mijn huis. Ik voelde mij betast en vies. Ik heb een paar uur lang mijn huis doorzocht op afluisterapparatuur en voelde mij pas na een paar maanden veilig om openlijk te spreken over de telefoon.

    Na rondvraag binnen mijn kennissenkring bleek dat ik niet de enige was die door de inlichtingendienst was benaderd. Een collega-activist, Tammie Schoots, bleek eerder te zijn gecontacteerd vanwege haar inzet voor onder meer eerlijke studentenhuisvesting in Amsterdam. De ‘politiemedewerker’ had haar adres- en contactgegevens verkregen vanuit een aangifte die zij had gedaan over fietsendiefstal – over privacyschending gesproken! Hij bleef contact zoeken, ondanks dat zij direct had aangegeven daar niet van gediend te zijn. Of er ook activisten akkoord zijn gegaan met samenwerking, blijft in het ongewisse. Niet weten wie vriend en vijand is, leidt tot onderling wan­trouwen – het einde van elke beweging.

    Student- en klimaatactivisten zijn geen terroristen; zij zetten zich in voor een democratisch, duurzaam en bovenal rechtvaardig Nederland. Het is daarom schrikbarend dat de inlichtingendienst zich op bovengenoemde manieren bemoeit ‘met de politieke gang van zaken in Nederland’ en zelf ‘beïnvloedings­operaties’ uitvoert. Niet alleen wat het leger doet, moet aan de kaak worden gesteld, maar ook de inmenging door de inlichtingendienst in prodemocratische, activistische bewegingen.