“Er werd door de directeur heel kort door de bocht geredeneerd van: ‘Oh, dus deze man is niet te vertrouwen want hij gaat om met criminelen en dan ligt zo meteen het kroonjuweel van de MIVD op straat.”
Het rapport van de Commissie Borghouts over twee uit de hand hand gelopen spionnen en vooral de reactie daarop van de dienst mag zelfs niet vertrouwelijk naar de Tweede Kamer van de kersverse minister van Defensie Hans Hillen. De reden: het rapport bevat informatie betreffende de bronnen, de werkwijze en het actuele kennisniveau van de MIVD.
Maar in deze kwestie gaat het natuurlijk om het tegenstrijdig advies dat de Commissie Borghouts en de Comissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten gaven over het al dan niet intrekken van de ‘Verklaring van Geen Bezwaar’ van de twee betrokken ex-medewerkers van de MIVD. Borghouts concludeerde destijds dat de VGB niet ingetrokken had moeten worden, de CTIVD vond dat de MIVD dat wel terecht had gedaan. De minister schreef in reactie op het CTIVD onderzoek dat de betrokkene wel in aanmerking voor een beperkte VGB, waardoor ze wel in aanmerking kunnen komen voor een andere baan bij Defensie.
De minister van Defensie heeft naar aanleiding van deze verschillende visies en ‘om iedere schijn van vooringenomenheid en belangenverstrengeling weg te nemen’ de Commissie Borghouts gevraagd het voornemen tot intrekking van de VGB te laten beoordelen.
Natuurlijk zou het rapport Borghouts voor leden van het parlement in ieder vertrouwelijk ter inzage beschikbaar moeten worden gesteld. Interessant is het zeker dat deze beide commissies tot een andere conclusie komen.